Wat te doen bij wintertenen, oftewel perniones?
Perniones ontstaan door een abnormale reactie van de kleine bloedvaten in de huid bij blootstelling aan kou. De normale reactie bij blootstelling aan een koude omgeving is dat de oppervlakkige kleine vaten minder bloed doorlaten (vasoconstrictie), zodat er minder bloed naar de huid gaat. De kerntemperatuur van het lichaam blijft daardoor op peil, de temperatuur van de huid daalt. Als de huidtemperatuur te laag wordt, treedt een beschermingsmechanisme in werking, de vaatjes worden juist opengezet (vasodilatatie) en de huid warmt snel op, wordt rood en warm, gaat gloeien.
Andere reactie vaatjes
Bij wintertenen reageren de vaatjes anders. In de wat grotere vaten (arteriolen) in de diepere gedeelten van de huid treedt na blootstelling aan kou een langdurige, aanhoudende vasoconstrictie (dichtknijpen van de vaatjes) op, die niet automatisch gevolgd wordt door vasodilatatie (vaatverwijding). De kleine haarvaten in de oppervlakkige lagen van de huid gaan wel maximaal openstaan, in een poging om de afsluiting in de diepte op te vangen. Het gevolg daarvan is rode, gloeiende, vaak jeukende of branderige plekken op de aan kou blootgestelde lichaamsdelen. De oorzaak van dit abnormale reactiepatroon is niet bekend. Deels speelt een erfelijke aanleg mee, want het komt binnen families voor. Het wordt ook wat vaker gezien bij mensen met een slechte voedingstoestand, onder andere bij anorexia nervosa.
Komen wintertenen veel voor?
De exacte prevalentie van winterhanden/-voeten in Nederland en België is niet bekend. Het komt in ieder geval veel minder voor dan vroeger doordat er beter schoeisel is en betere verwarming van huizen. Volgens de National Institutes of Health (NIH) is chillblain (zoals het in het Engels heet) een zeldzame ziekte. Het komt meer voor bij vrouwen dan bij mannen en meestal in de kindertijd of op middelbare leeftijd.
Klinische presentatie
De symptomen bij wintertenen of winterhanden wisselen per persoon. Op de plekken die blootgesteld zijn aan kou ontstaan één of meerdere rode tot paarse vlekken, knobbels, bultjes of platte plekken (plaques). De meest voorkomende plaatsen zijn de buitenzijde van de handen, vingers, voeten en tenen. Het kan ook voorkomen op de voetzolen, onderbenen, zijkanten van de heup, de neuspunt en de oorschelpen. Naast de eerder genoemde symptomen kan men blaren en wondjes op de plekken krijgen. Hierdoor is het risico op infecties verhoogd. De plekken kunnen branden, jeuken en pijnlijk zijn. Het beloop wisselt per persoon. Na blootstelling aan kou kan men klachten krijgen na twaalf tot 24 uur. De klachten kunnen vervolgens na een tot drie weken verdwijnen. Wintertenen of -handen kunnen chronisch zijn en langer duren of meerdere malen terugkomen.
Advies en behandeling
De behandeling van wintertenen is moeizaam. Het beste advies voor de cliënt is om blootstelling aan kou te voorkomen. Probeer daarbij extreme kou te mijden en met name temperatuurwisselingen te voorkomen.
Adviezen daarbij zijn om dikke sokken, warme, ruime, goed isolerende schoenen, handschoenen en andere beschermende kleding te dragen. Daarbij ook het advies dat sokken en schoenen droog blijven en geen te nauwe of knellende schoenen te dragen.
Lokale bloedvoorziening verbeteren
Er zijn behandelmethoden om de lokale bloedvoorziening te verbeteren en om de klachten te doen verminderen.
- Wisselbaden: dit wordt uitgevoerd voordat het winterseizoen begint. Hierbij worden de voeten kortdurend, maximaal twee tot drie minuten, ondergedompeld in koud water en daarna in warm water.
- Massage en kamferspiritus of midalgan forte: soms wordt de pijn verlicht door een warmtecrème zoals wel gebruikt wordt bij spierpijn na het sporten. Daarbij zou massage ook de doorbloeding van de voeten kunnen verbeteren.
- Stoppen met roken: of deze methoden echt goed werken is niet goed onderzocht, maar sommige patiënten hebben er baat bij.
Mochten bovenstaande adviezen toch niet voldoende helpen, dan zou je je cliënt kunnen adviseren om naar de huisarts te gaan en, indien nodig, een doorverwijzing voor de dermatoloog. De diagnose zal dan mogelijk geobjectiveerd worden door een biopt te nemen van de aangedane huid. Tevens zal er gekeken worden of er sprake is van onderliggende en/of geassocieerde ziekten door aanvullend bloedonderzoek.
In het ziekenhuis
De volgende behandelmethoden zouden nog in het ziekenhuis kunnen worden opgestart.
- Lichttherapie: lichttherapie met UVB aan het begin van de winter zou ook de klachten kunnen voorkomen, maar de resultaten zijn zeer wisselend.
- Lokale geneesmiddelen: er bestaan middelen die de huiddoorbloeding plaatselijk verbeteren. Bijwerkingen zijn er haast niet. Voorbeelden zijn capsicumcrème 0.075% FNA, dat op recept verkrijgbaar is, dit wordt echter niet vergoed.
- Vaatverwijdende geneesmiddelen: dit zijn geneesmiddelen die de oppervlakkige vaten openzetten. Voorbeelden zijn nifedipine, diltiazem, prazosine en pentoxyfylline. Deze geneesmiddelen zijn echter niet zonder bijwerkingen en worden daarom met terughoudendheid voorgeschreven. Ze zijn in enkele studies effectief gebleken maar blijken ook in de praktijk helaas regelmatig niet werkzaam.
We blijven patiënten met chronische perniones vaak volgen omdat zich soms bindweefselziekten zoals lupus erythematosus kunnen manifesteren. Hoewel wintertenen en handen pijnlijk zijn is het geen ernstige kwaal. Meestal is een bezoek aan een arts niet nodig. Het is wel een terugkerende kwaal, vaak komen de klachten een volgende winter terug en kunnen steeds een maand aanhouden. Het is echter wel noodzakelijk je cliënt te adviseren om naar de huisarts te gaan wanneer de plekken zich blijven uitbreiden en de pijn erger wordt.
Referenties:
– www.huidarts.com
– Bolognia. Dermatology. Third edition
– Dr. J.H. Sillevis Smitt, dr.J.J.E. van Everdingen. Dermatovenereologie voor de eerste lijn. Tiende herziene druk 2017.
– www.huidziekten.nl
Door: drs. A.S.M Steeman, AIOS dermatologie AMC